Een goed antwoord

Het is al bijna acht uur, en bedtijd. Moeder, vader en zoon komen thuis van een lange fietstocht. Zo’n 200 meter voor de deur zegt de zoon: “Nit sjlapen, papa.”
“Niet slapen,” vraagt de vader? “Het is bijna bedtijd, jongen, en je moet nog in bad.”
“Nit sjlapen, papa,” zegt de zoon, nu niet meer als een vraag, maar als een voornemen.
De vader denkt na.
Ze zijn bijna aan de deur.

“Maar wat zou je vanavond nog doen, dan? Kijk, de zon zakt al en het is laat.”
Daar moet de zoon even over nadenken. En wanneer de vader geen antwoord meer verwacht, zegt de zoon plots:
“Boetje lesen.”

“Een boek lezen?” denkt de vader. Wat een goed antwoord.

Dus lezen ze die avond extra veel boekjes voor het slapengaan. En ligt de zoon bijzonder laat in bed.